Dictionary
English - Dutch
Air
Lucht, lucht (in de zin van sfeer), lucht (in de zin van muziek of uitzending), lucht (in de zin van ademhaling), lucht (in de zin van luchtvaart)
Extremely common
500 - 600
Apply
To apply (for a job, a position, etc.), to apply (a rule, concept, etc.), to apply (something, like paint or lotion), to apply oneself (to a task or study)
Extremely common
500 - 600
Tax
Belasting, belastingtarief, belastingaangifte, belastingontwijking, belastingvoordeel
Extremely common
500 - 600
Worker
Werknemer, arbeider, werkende, werknemer in loondienst, vrijwilliger
Extremely common
500 - 600
Unit
Eenheid, eenheid (in organisatie), eenheid (in onderwijs), eenheid (in wiskunde), eenheid (in economie)
Extremely common
500 - 600
Bed
Bed, bed (in a garden context), bed (as a base or layer), bed (in a metaphorical context)
Extremely common
500 - 600
Movement
Beweging, politieke beweging, verplaatsing, zelfstandig naamwoord (movement)
Extremely common
500 - 600
Personal
Persoonlijk, persoonsgebonden, persoonlijkheid, persoonlijkheids-
Extremely common
500 - 600
Detail
Detail, Detail (as in a small part or item), Detail (as in to explain thoroughly), Detail (as in a specific piece of information)
Extremely common
500 - 600
Model
Model (als in voorbeeld of standaard), model (als in maquette of schaalmodel), model (in de mode-industrie), model (in de wetenschap of technologie), model (in de zin van strategie of aanpak)
Extremely common
500 - 600
Single
Single (als in alleenstaand), single (één enkele), single (een enkele persoon of ding), single (in muziek, een nummer)
Extremely common
500 - 600