Woordenboek
Engels - Nederlands
Giggle
ˈɡɪɡəl
Extreem Veelvoorkomend
700 - 800
700 - 800
De frequentie- en belangrijkheidsindex van woorden geeft aan hoe vaak een woord in een bepaalde taal voorkomt. Hoe kleiner het getal, hoe vaker het woord wordt gebruikt. De meest gebruikte woorden variëren meestal van ongeveer 1 tot 4000. Deze belangrijkheidsindex helpt je te focussen op de meest nuttige woorden tijdens je taal leerproces.
De frequentie- en belangrijkheidsindex van woorden geeft aan hoe vaak een woord in een bepaalde taal voorkomt. Hoe kleiner het getal, hoe vaker het woord wordt gebruikt. De meest gebruikte woorden variëren meestal van ongeveer 1 tot 4000. Deze belangrijkheidsindex helpt je te focussen op de meest nuttige woorden tijdens je taal leerproces.
giggel, lachje, schaterlach
Betekenissen van Giggle in het Nederlands
giggel
Voorbeeld:
The children couldn't stop giggling at the funny clown.
De kinderen konden niet stoppen met giggelen om de grappige clown.
She let out a soft giggle when she heard the joke.
Ze gaf een zachte giggel toen ze de grap hoorde.
Gebruik: informalContext: Used in casual conversations, often among friends or in light-hearted situations.
Opmerking: The word 'giggel' is often associated with laughter that is playful or light-hearted.
lachje
Voorbeeld:
Her giggle was contagious and made everyone smile.
Haar lachje was aanstekelijk en zorgde ervoor dat iedereen glimlachte.
I caught a giggle escaping from my lips during the movie.
Ik ving een lachje dat van mijn lippen ontsnapte tijdens de film.
Gebruik: informalContext: Often used when describing a light or soft laughter in a more affectionate way.
Opmerking: While 'lachje' can refer to a giggle, it is more commonly used to describe a small or light laugh.
schaterlach
Voorbeeld:
His giggle turned into a loud laugh when the prank was revealed.
Zijn giggel werd een schaterlach toen de grap werd onthuld.
They were both in fits of giggles after the funny story.
Ze lagen beiden in een schaterlach na het grappige verhaal.
Gebruik: informalContext: Used in situations where laughter is loud and uncontrollable, often triggered by something very funny.
Opmerking: 'Schaterlach' implies a more boisterous form of laughter compared to 'giggel,' which is softer and more subdued.
Synoniemen van Giggle
chuckle
To chuckle means to laugh quietly or to oneself, often in a subtle or suppressed manner.
Voorbeeld: She couldn't help but chuckle at his silly jokes.
Opmerking: Chuckle is similar to giggle but may imply a slightly deeper or more restrained form of laughter.
snicker
Snicker refers to a quiet or half-suppressed laugh expressing scorn, derision, or amusement.
Voorbeeld: The children snickered when the teacher tripped over her own feet.
Opmerking: Snicker is often associated with a sense of mockery or amusement at someone else's expense.
titter
To titter is to laugh in a restrained, self-conscious, or nervous manner.
Voorbeeld: The audience began to titter nervously as the comedian's jokes became more risqué.
Opmerking: Titter is typically used to describe a quieter and more delicate form of laughter.
Uitdrukkingen en veelvoorkomende zinsdelen van Giggle
Burst into giggles
To suddenly start laughing lightly and in a happy way.
Voorbeeld: When the comedian told the joke, the audience burst into giggles.
Opmerking: This phrase emphasizes a sudden and uncontrollable outburst of laughter.
Suppress a giggle
To hold back or restrain laughter.
Voorbeeld: She tried to suppress a giggle during the serious meeting.
Opmerking: This phrase indicates an effort to keep from laughing.
Giggle fit
A period of uncontrollable giggling or laughter.
Voorbeeld: The silly video sent her into a giggle fit that lasted for minutes.
Opmerking: This phrase suggests a prolonged episode of laughter.
Giggle nervously
To laugh in a slightly anxious or tense manner.
Voorbeeld: He always giggles nervously when he's put on the spot.
Opmerking: This phrase implies a mix of amusement and nervousness.
Giggle at
To laugh in a light and happy way at someone or something.
Voorbeeld: The children would giggle at the funny faces their teacher made.
Opmerking: This phrase specifies the target of the laughter.
Giggle like a schoolgirl
To laugh in a girlish or youthful manner, often with excitement or delight.
Voorbeeld: She couldn't help but giggle like a schoolgirl when he complimented her.
Opmerking: This phrase emphasizes a high-pitched, youthful laughter.
Giggle to oneself
To quietly chuckle or laugh softly without others hearing.
Voorbeeld: She couldn't help but giggle to herself as she read the amusing text message.
Opmerking: This phrase suggests a private or subdued form of laughter.
Dagelijkse (slang) uitdrukkingen van Giggle
Guffaw
Guffaw is a loud and hearty laugh.
Voorbeeld: His loud guffaw echoed through the room.
Opmerking: Guffaw is a much louder, more boisterous form of laughter compared to a giggle.
Cackle
Cackle is to emit a loud, harsh sound like the cry of a hen or goose; laugh in a noisy, harsh way.
Voorbeeld: The old witch cackled gleefully as she stirred her cauldron.
Opmerking: Cackle has a more sinister or wild connotation compared to the light-heartedness of a giggle.
Snigger
Snigger is a combination of snicker and giggle, often expressing smugness or derision.
Voorbeeld: He sniggered at the sight of his friend's mishap.
Opmerking: Snigger is a mix of amusement and contempt, unlike a giggle which is more innocent.
Chortle
To chortle is to chuckle gleefully.
Voorbeeld: She couldn't help but chortle at the absurdity of the situation.
Opmerking: Chortle is a mix of chuckling and snorting, conveying a sense of genuine enjoyment that can't be contained.
Giggle - Voorbeelden
She couldn't help but giggle at his silly joke.
Ze kon niet anders dan giechelen om zijn domme grap.
The children's giggles filled the room.
De giechels van de kinderen vulden de kamer.
The tickle fight ended in uncontrollable laughter and giggles.
Het kietelgevecht eindigde in onbedwingbaar gelach en gegiechel.
Grammatica van Giggle
Giggle - Werkwoord (Verb) / Werkwoord, tegenwoordige tijd niet 3e persoon enkelvoud (Verb, non-3rd person singular present)
Lemma: giggle
Vervoegingen
Zelfstandig naamwoord, meervoud (Noun, plural): giggles
Zelfstandig naamwoord, enkelvoudig of massa (Noun, singular or mass): giggle
Werkwoord, verleden tijd (Verb, past tense): giggled
Werkwoord, gerundium of tegenwoordig deelwoord (Verb, gerund or present participle): giggling
Werkwoord, 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (Verb, 3rd person singular present): giggles
Werkwoord, basisvorm (Verb, base form): giggle
Werkwoord, tegenwoordige tijd niet 3e persoon enkelvoud (Verb, non-3rd person singular present): giggle
Lettergrepen, Woordafbreking en Klemtoon
giggle bevat 2 lettergrepen: gig • gle
Fonetische transcriptie: ˈgi-gəl
gig gle , ˈgi gəl (De rode lettergreep is benadrukt)
Giggle - Belangrijkheid en gebruiksfrequentie
De frequentie- en belangrijkheidsindex van woorden geeft aan hoe vaak een woord in een bepaalde taal voorkomt. Hoe kleiner het getal, hoe vaker het woord wordt gebruikt. De meest gebruikte woorden variëren meestal van ongeveer 1 tot 4000.
giggle: 700 - 800 (Extreem Veelvoorkomend).
Deze belangrijkheidsindex helpt je te focussen op de meest nuttige woorden tijdens je taal leerproces.