Woordenboek
Engels - Nederlands
Single
ˈsɪŋɡəl
Extreem Veelvoorkomend
500 - 600
500 - 600
De frequentie- en belangrijkheidsindex van woorden geeft aan hoe vaak een woord in een bepaalde taal voorkomt. Hoe kleiner het getal, hoe vaker het woord wordt gebruikt. De meest gebruikte woorden variëren meestal van ongeveer 1 tot 4000. Deze belangrijkheidsindex helpt je te focussen op de meest nuttige woorden tijdens je taal leerproces.
De frequentie- en belangrijkheidsindex van woorden geeft aan hoe vaak een woord in een bepaalde taal voorkomt. Hoe kleiner het getal, hoe vaker het woord wordt gebruikt. De meest gebruikte woorden variëren meestal van ongeveer 1 tot 4000. Deze belangrijkheidsindex helpt je te focussen op de meest nuttige woorden tijdens je taal leerproces.
single (als in alleenstaand), single (één enkele), single (een enkele persoon of ding), single (in muziek, een nummer)
Betekenissen van Single in het Nederlands
single (als in alleenstaand)
Voorbeeld:
I am single and looking for a partner.
Ik ben single en op zoek naar een partner.
She prefers to stay single for now.
Ze geeft er de voorkeur aan om voorlopig single te blijven.
Gebruik: informalContext: Used to describe someone's relationship status.
Opmerking: In Dutch, 'single' is often used in the same context as in English, especially among younger generations.
single (één enkele)
Voorbeeld:
I would like a single ticket to Amsterdam.
Ik wil graag een enkeltje naar Amsterdam.
He ordered a single shot of espresso.
Hij bestelde een enkele espresso.
Gebruik: formal/informalContext: Used when referring to one item or a single unit.
Opmerking: In this context, 'enkel' can also be used as a synonym.
single (een enkele persoon of ding)
Voorbeeld:
Only a single person showed up for the meeting.
Slechts één enkele persoon kwam opdagen voor de vergadering.
There is a single problem we need to address.
Er is één enkel probleem dat we moeten aanpakken.
Gebruik: formalContext: Used to emphasize that there is only one of something.
Opmerking: This usage often implies exclusivity or uniqueness.
single (in muziek, een nummer)
Voorbeeld:
Her new single is topping the charts.
Haar nieuwe single staat bovenaan de hitlijsten.
He released a single last month.
Hij heeft vorige maand een single uitgebracht.
Gebruik: informalContext: Used in the context of music to refer to a song released separately from an album.
Opmerking: In Dutch, 'single' is also commonly used in the music industry.
Synoniemen van Single
individual
Individual refers to a single person or thing considered separately from a group.
Voorbeeld: Each individual item is priced separately.
Opmerking: Individual emphasizes the distinctiveness or separateness of each item or person.
solitary
Solitary means being alone or without companions.
Voorbeeld: He enjoys solitary walks in the woods.
Opmerking: Solitary implies being alone or isolated, emphasizing the lack of interaction or companionship.
sole
Sole means being the only one of a particular kind.
Voorbeeld: She is the sole owner of the company.
Opmerking: Sole emphasizes exclusivity or uniqueness, often in the context of ownership or possession.
unmarried
Unmarried means not married or in a marital relationship.
Voorbeeld: She remained unmarried throughout her life.
Opmerking: Unmarried specifically refers to the marital status of a person, indicating that they are not currently married.
Uitdrukkingen en veelvoorkomende zinsdelen van Single
Single out
To choose or pick someone or something from a group for special attention or treatment.
Voorbeeld: The teacher singled out Sarah for her exceptional performance in the class.
Opmerking: The phrase 'single out' adds the idea of selecting or highlighting a specific individual or thing from a group.
Single-handedly
To do something alone or independently without assistance from others.
Voorbeeld: She single-handedly organized the entire event without any help.
Opmerking: While 'single' refers to one or individual, 'single-handedly' emphasizes doing something alone or solely.
Single file
To walk or move in a line, one person after another.
Voorbeeld: The students walked in single file as they headed towards the classroom.
Opmerking: This phrase specifies the arrangement of individuals in a straight line, following one another in order.
Single-minded
To be focused or determined on achieving a particular goal or purpose.
Voorbeeld: He was single-minded in his determination to succeed in his career.
Opmerking: While 'single' denotes one or individual, 'single-minded' emphasizes a strong focus or determination towards a specific objective.
Single out for
To identify or recognize someone or something for their exceptional qualities or achievements.
Voorbeeld: The team was singled out for their outstanding performance in the tournament.
Opmerking: This phrase emphasizes the act of highlighting or acknowledging someone or something for specific reasons.
Single parent
A person who raises a child or children alone, without a partner or spouse.
Voorbeeld: As a single parent, she had to juggle work and taking care of her children.
Opmerking: While 'single' refers to one or individual, 'single parent' specifically denotes a parent who is raising a child without a partner.
Single digits
Refers to a number less than 10, specifically between 1 and 9.
Voorbeeld: The company's profits were in the single digits for the third consecutive quarter.
Opmerking: While 'single' generally means one or individual, 'single digits' refers to numbers in the range of 1 to 9.
Dagelijkse (slang) uitdrukkingen van Single
Mingle
To mix or socialize with others in a casual setting.
Voorbeeld: Let's go to the party and mingle with new people.
Opmerking: Mingle implies interacting with others in a social context, often at events or gatherings, unlike being alone as in the case of 'single.'
Ready to mingle
Being available and interested in meeting new potential romantic partners.
Voorbeeld: After her breakup, she's single and ready to mingle.
Opmerking: This phrase indicates openness to dating or seeking romantic relationships, contrasting with simply being single.
Bachelor
A man who is unmarried or not in a serious relationship.
Voorbeeld: He's enjoying his life as a bachelor for now.
Opmerking: While related to being single, 'bachelor' often connotes a more independent or carefree lifestyle.
Solo
Doing something alone or independently.
Voorbeeld: I'm going to the movie solo tonight.
Opmerking: 'Solo' emphasizes the act of being alone or doing things independently, whereas 'single' can refer more generally to one's relationship status.
Unattached
Not romantically involved or committed to anyone.
Voorbeeld: She's currently unattached and enjoying her freedom.
Opmerking: 'Unattached' specifically refers to the absence of romantic attachments, distinguishing it from the broader term 'single.'
Flying solo
Doing something independently without a companion or partner.
Voorbeeld: She decided to attend the concert flying solo.
Opmerking: Similar to 'solo,' 'flying solo' emphasizes independence and self-reliance, often in social or leisure activities.
Available
Open or free to engage in a romantic relationship.
Voorbeeld: I heard he's single and available, maybe you should ask him out.
Opmerking: 'Available' specifically suggests openness to beginning a romantic relationship, contrasting with just being 'single.'
Single - Voorbeelden
I am currently single.
Ik ben momenteel single.
She is the only single person in our group.
Zij is de enige single persoon in onze groep.
He decided to remain single for the rest of his life.
Hij besloot single te blijven voor de rest van zijn leven.
Grammatica van Single
Single - Bijvoeglijk naamwoord (Adjective) / Bijvoeglijk naamwoord (Adjective)
Lemma: single
Vervoegingen
Bijvoeglijk naamwoord (Adjective): single
Zelfstandig naamwoord, meervoud (Noun, plural): singles
Zelfstandig naamwoord, enkelvoudig of massa (Noun, singular or mass): single
Werkwoord, verleden tijd (Verb, past tense): singled
Werkwoord, gerundium of tegenwoordig deelwoord (Verb, gerund or present participle): singling
Werkwoord, 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (Verb, 3rd person singular present): singles
Werkwoord, basisvorm (Verb, base form): single
Werkwoord, tegenwoordige tijd niet 3e persoon enkelvoud (Verb, non-3rd person singular present): single
Lettergrepen, Woordafbreking en Klemtoon
single bevat 2 lettergrepen: sin • gle
Fonetische transcriptie: ˈsiŋ-gəl
sin gle , ˈsiŋ gəl (De rode lettergreep is benadrukt)
Single - Belangrijkheid en gebruiksfrequentie
De frequentie- en belangrijkheidsindex van woorden geeft aan hoe vaak een woord in een bepaalde taal voorkomt. Hoe kleiner het getal, hoe vaker het woord wordt gebruikt. De meest gebruikte woorden variëren meestal van ongeveer 1 tot 4000.
single: 500 - 600 (Extreem Veelvoorkomend).
Deze belangrijkheidsindex helpt je te focussen op de meest nuttige woorden tijdens je taal leerproces.